Met pandrecht geeft u uw bank of geldschieter meer zekerheid dat hij zijn geld terugkrijgt. Dit doet u door bezittingen in onderpand te geven. Als u de lening niet kunt terugbetalen, heeft uw bank het recht om deze bezittingen te verkopen.
Pandrecht is een zekerheidsrecht. Een ander bekend zekerheidsrecht is het hypotheekrecht. Met hypotheekrecht geeft u uw huis in onderpand voor een lening van de bank. Met pandrecht geeft u andere bezittingen dan uw huis of kantoor in onderpand. Het geven van pandrecht heet verpanding.
U kunt bijvoorbeeld pandrecht geven op:
U spreekt met uw geldschieter af welke bezittingen u in onderpand geeft. Als u de lening niet terugbetaalt, mag de geldschieter deze bezittingen verkopen. Zo krijgt hij (een deel van) zijn geld terug.
Degene die de bezittingen in onderpand geeft, heet de pandgever. Als u pandrecht geeft aan uw bank bent u de pandgever.
Degene die de bezittingen mag verkopen als u de lening niet kunt betalen, heet de pandhouder of pandnemer. Bijvoorbeeld de bank.
Als u zich niet aan de afspraken houdt, mag de pandhouder de bezittingen verkopen waarop u pandrecht heeft gegeven. De pandhouder heeft hiervoor geen toestemming nodig van een rechter. Dit heet parate executie.
Met de opbrengst lost de pandhouder het bedrag van de openstaande schuld zoveel mogelijk af. Brengt de verkoop meer geld op dan de schuld? Dan krijgt u (de pandgever) de rest van het geld. Brengt de verkoop te weinig op om de openstaande schuld helemaal te betalen, dan blijft de restschuld bestaan.
Er zijn 2 soorten pandrecht op goederen:
De schuldeiser krijgt de spullen in bezit zodra u de lening afsluit. U kunt dan niet meer zelf uw goederen gebruiken. De schuldeiser moet goed voor uw spullen zorgen.
U houdt de spullen zelf. U legt het pandrecht in een akte vast bij de notaris. Of u maakt zelf samen met de pandhouder een overeenkomst. Als u de overeenkomst zelf maakt, moet u deze inschrijven bij een notaris of bij de Belastingdienst.
Wilt u pandrecht geven op schulden die anderen bij u hebben? Dan kunt u kiezen voor een stil pandrecht of een openbaar pandrecht. Als u een stil pandrecht geeft, dan weet de persoon die schulden bij u heeft niet dat u deze verpand heeft. Bij een openbaar pandrecht weet diegene dit wel.
Met pandrecht op aandelen geeft u uw schuldeiser het recht om uw aandelen te verkopen als u uw rente of aflossing niet volgens afspraak betaalt. U kunt afspreken:
In de statuten van een bv staat of de aandelen kunnen worden verpand. En welke afspraken er mogelijk zijn over stemrecht en vergaderrecht. Om pandrecht te geven op aandelen moet u naar een notaris.
Voordelen:
Nadeel:
Als u failliet gaat, mag de pandhouder de spullen met pandrecht opeisen. Dit mag ook als u uitstel van betaling heeft gevraagd of in de schuldsanering zit, kan de pandhouder zonder toestemming van de rechter de spullen opeisen.
Een pandhouder gaat bij een faillissement voor op andere schuldeisers. De pandhouder mag de bezittingen waarop een pandrecht is gevestigd verkopen en hoeft geen rekening te houden met het faillissement.
Er is één uitzondering. De Belastingdienst kan bij een pandrecht het ‘bodemrecht’ uitoefenen. De Belastingdienst heeft met het bodemrecht voorrang op alles wat op de bedrijfsvloer (bodem) staat van het bedrijf dat failliet verklaard is.
Het pandrecht kan op verschillende manieren eindigen: